Toelichting leerjaren

De middenbouw: klas 7 en klas 8, de eerste twee jaar

Na groep 8 van de basisschool (de 6e klas van de vrijeschool) gaan de meeste kinderen naar het voortgezet onderwijs en komen in de brugklas. De Vrije School Den Haag noemt dat geen brugklassen, maar de ‘Middenbouw’ bestaande uit de eerste twee leerjaren (klas 7 en klas 8). Op de vrijescholen tellen we net als vroeger in Nederland - en net als in de meeste landen van de wereld - niet in groepen, maar in klassen. Het echte leren op school begint na de kleutertijd en daarom start je op een vrijeschool op 6-jarige leeftijd in de 1ste klas. Het vrijeschoolleerplan vormt een doorlopende lijn van de basisschool (klas 1) tot aan het eindexamen (klas 10, 11 of 12). 

Het eerste leerjaar wordt dus klas 7 genoemd, het tweede leerjaar klas 8, en zo tellen we door tot en met klas 12. Klas 7 en 8 vormen de middenbouw en klas 9 t/m 12 de bovenbouw.

Er zijn middenbouwklassen vwo/havo, vmbo-t/havo en praktisch-vmbo-t. Voor meer informatie over het Praktisch-vmbo-t: zie hoofdstuk 4.

 

Vanaf schooljaar 2023-2024 stromen de leerlingen in binnen de nieuwe structuur. Hierbij worden de leerlingen ingedeeld in een mavo/havo klas en een havo/vwo klas. Hierbij plaatsen we zoveel mogelijk leerlingen met hetzelfde niveau bij elkaar in de klas. Aan het eind van de 8e klas (tweede leerjaar) worden de leerlingen opnieuw ingedeeld op niveau, in een mavo, havo en vwo klas. Ze vormen dan een nieuwe klas die - doorgaans - bij elkaar blijft tot aan het eindexamen in de 10e (mavo, 11e (havo) of 12e (vwo) klas.
Het schooljaar is ingedeeld in vier kwartalen en twee semesters. Dit zijn de momenten waarop er wisselingen plaats vinden in de kunstvakken of de oriënterende roulatievakken. Aan het eind van het eerste semester (eind januari) ontvangen de leerlingen een tussenrapport. Kort hierna zullen de rapportvergaderingen plaats vinden en staan er10-minutengesprekken gepland, waarbij ouders, leerling en docent met elkaar in gesprek kunnen.

Voor deze nieuwe instroom van leerlingen zullen ook (kleine) wijzigingen in het curriculum en de kampen plaatsvinden. Deze plannen zijn echter nog onder constructie. Wanneer hier meer over bekend is, zal dit ook op de website komen te staan en zullen de ouders hierover geïnformeerd worden.

 

Leerlingen van vrijebasisscholen en reguliere basisscholen komen samen in een klas. In de eerste twee weken van het schooljaar volgen zij een introductieprogramma met activiteiten om elkaar, de school en de stad goed te leren kennen. Hier leggen we de basis voor de sociale structuur van de klas, een belangrijk element in ons vrijeschoolonderwijs. Een themafeest sluit de introductieweken af. 

 

Klassenmentor

Gedurende de twee middenbouwjaren heeft een klas dezelfde klassenmentor. Hierdoor krijgt deze de mogelijkheid om de leerlingen te leren kennen en zich een goed beeld te vormen van hun ontwikkeling. De klassenmentor verzorgt een aanzienlijk aantal periodelessen zelf. De klassenmentor kent de thuissituatie en is ook het eerste aanspreekpunt voor de ouders en verzorgers. In een aantal gevallen heeft de klas twee mentoren, die de taak van mentor gezamenlijk uitvoeren.

 

Periodeonderwijs

De vrijeschool maakt gebruik van zogeheten periodeonderwijs. Elke ochtend staat gedurende drie tot vier weken de eerste twee uur één vak centraal. Leerlingen benaderen dat vak op verschillende manieren. Met hun hoofd (door de stof te begrijpen en te leren), hart (doordat de stof invoelbaar wordt gemaakt) en handen (door er op een kunstzinnige manier met hun handen mee aan de slag te gaan…).  Daarna krijgen zij les volgens een vast weekrooster met andere vakken en activiteiten. Die lessen worden gegeven door vakdocenten.

 

Huiswerk

Voor de periodelessen moet dagelijks huiswerk gemaakt worden.  Bij de exacte vakken geldt dat er vooral veel met rekentechnische opgaven geoefend moet worden. Dit gebeurt in de les, maar ook thuis.

Sommige vakken hebben periodiek schriftelijke en mondelinge overhoringen. Naast het leren voor toetsen, maken leerlingen bij Nederlands bijvoorbeeld boekverslagen en schrijfopdrachten. Bij de vreemde talen toetsen de leerkrachten elke week nieuw vocabulaire. 

Leerlingen kunnen op school, tegen betaling, deelnemen aan huiswerkbegeleiding.

 

Profielkeuze eind klas 8

Leerlingen die  in de mavo/havo klas zitten, maken eind 8e klas een profielkeuze voor klas 9. Het vmbo-t kiest standaard het profiel Zorg en Welzijn.

 

 

Activiteiten naast de lessen
 

Werkweek

De 7e klas gaat aan het eind van het jaar met de klas een nacht weg.

 

Ardennen

In de 8e klas gaan de leerlingen op kamp in de Ardennen. Een actieve week van speleologie, sportklimmen, abseilen en kanoën. Sociale vaardigheden komen aan bod evenals het opdoen van kennis over geologie, natuurkunde en aardrijkskunde. Maar het is vooral een gezellige en sportieve week.

 

Toneel

In de 8e klas voeren leerlingen met hun eigen klas een toneelstuk op. Leerlingen kiezen met de klassenleerkracht een stuk uit en voeren dat na afloop van de periode op voor leerlingen, ouders en andere belangstellenden.

 

Sport

Een keer per jaar wordt een voetbal-, volleybal-, softbal- of basketbaltoernooi gehouden.

 

Gezondheidsonderzoek

In de 8ste klas krijgen alle leerlingen thuis een uitnodiging voor een kort onderzoek met de jeugdverpleegkundige. Het onderzoek vindt plaats op school.

'De school heeft mij geleerd sociaal te zijn in een groep en leert mij een individu te zijn' (leerling)

De bovenbouw, klas 9 t/m 12

Klassenmentor

Vanaf de 9e klas krijgen de leerlingen nieuwe klassenmentoren. Deze begeleiden de klas tot en met de 10e klas. In klas 11 treden verschuivingen op als gevolg van de splitsing tussen havo en vwo.

 

De klassenmentoren zorgen voor de communicatie tussen de leerkrachten en de ouders. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor de leerlingen en de ouders/verzorgers. De begeleiding is gericht op het welzijn van de individuele leerling en de studievoortgang. Ook begeleiden de klassenmentoren het groepsproces van de klas. Bij probleemsituaties geven zij extra aandacht en begeleiding. Zo nodig schakelen zij de coördinator Passend Onderwijs in, die de juiste ondersteuning zoekt.

 

Coördinator Passend onderwijs (zorgcoördinator)

Leerlingen die om welke reden dan ook ondersteuning nodig hebben bij hun functioneren op school kunnen altijd bij hun klassenleraar aankloppen. Als dit niet genoeg is, kan de coördinator Passend onderwijs van school helpen. Deze regelt en organiseert de zorg binnen een school.

 

Decaan en loopbaanbegeleiding (LOB)

Loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding is stevig verankerd in het leerplan. Een goede individuele begeleiding en groepsbegeleiding vindt plaats door decanen bijgestaan door de klassenmentoren. Het beleid is gericht op aansluiting op de individuele ontwikkeling van de leerling.

In de eerste leerjaren ligt het accent op begeleiding naar een juist vakkenkeuze en in de latere leerjaren vindt oriëntatie plaats op het vervolgonderwijs.

Om een verbinding te maken tussen ervaring en reflectie is LOB naast informatief ook praktijkgericht. Leerlingen volgen stages, gastlessen en krijgen informatie om zicht te krijgen op studie en loopbaan.

 

LOB wordt op de volgende manier gefaciliteerd:

Leerlingen maken afspraken met de decaan;
Leerlingen blijven de gehele schoolloopbaan verbonden aan dezelfde decaan;
Decanen geven LOB-lessen in het kader van de doorlopende leerlijn ‘leren kiezen’;
Decanen informeren de ouders via informatie-, ouder- en tafeltjesavonden.
 

Activiteiten buiten de lessen om

 

Landmeten in klas 9
Tijdens het landmeetkamp maken leerlingen aan de hand van concrete waarnemingen een abstracte, exacte kaart van een gebied in Nederland. Hierbij worden de vakken wiskunde, aardrijkskunde en sport & spel met elkaar verbonden.

 

Cultuurreis in klas 10
Rond de meivakantie vindt de cultuurreis van de 10e klas plaats onder leiding van de klassenmentoren. Deze sluit aan bij de behandelde lesstof van de vele doorlopende leerlijnen van bijvoorbeeld de talen, (kunst)geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en economie.

De reis gaat naar een culturele plek in Europa. Deze reis vormt tevens de afsluiting van de vier jaar dat een klas bij elkaar was en wordt daarom meestal ‘eindreis’ genoemd.

 

Stage
In de 10e klas lopen de leerlingen die het mavo/vmbo-examen zullen afleggen een stage die gekoppeld is aan hun vakkenpakket en zich oriënteert op mogelijke vervolgopleidingen in het mbo.

In klas 11.1 en 11.4 kiezen de leerlingen een sociale instelling om één week stage te lopen. Behalve verdieping van de sociale vaardigheden levert dit ook respect voor de medemens en een concrete oriëntatie op enkele beroepen op.

 

Lab
Elk jaar bezoekt een mobiel laboratorium de leerlingen met het “natuurprofiel” uit klas 11 en 12. Gentechniek is dan bijvoorbeeld een onderwerp waar de leerlingen zich door middel van experimenten in verdiepen.

 

Toneel, kunst en cultuur
Alle 10e klassen in de havo/vwo-stroom en klas 11-havo 4 (stapelende leerlingen na het mavo-examen) voeren met hun eigen klas een toneelstuk op.

In het kader van de kunstvakken vinden museum- en theaterbezoeken plaats.

Bij gelegenheid komen professionele podiumkunstenaars in de school en delen hun expertise met workshops.

 

Dichter/ schrijver
Ieder jaar wordt er onder schooltijd een dichter of schrijver uitgenodigd voor klas 10, 11 en 12, die een interactieve lezing verzorgt waarbij het creatieve proces centraal staat.

 

Profielwerkstuk

De leerlingen doen een uitgebreid onderzoek naar een onderwerp dat past binnen het gekozen vakkenpakket. Daarbij worden ze begeleid door een vakleerkracht.

Jaarfeesten

Een belangrijk onderdeel in het vrijeschoolonderwijs en een hulpmiddel bij het intensief volgen van de seizoenen, is het vieren van de jaarfeesten. In de loop van het schooljaar worden de volgende feesten gevierd:

 

Elk jaar wordt een aantal feesten gevierd die passen bij het seizoen.

In de herfst wordt het Michaëls feest gevierd (29 september). Het is een feest van de oogst, maar ook een feest van moed. De legendes van Sint Joris en Michaël die de draak versloegen, vormen het hoofdthema. Op deze dag wordt ook ‘Waldorf one World’(WoW) gevierd. Een internationale campagne waarbij leerlingen door middel van projecten geld inzamelen voor andere kinderen op vrijescholen (Waldorfscholen) die het hard nodig hebben

In de wintertijd valt het Sint Nicolaasfeest dat in alle klassen wordt gevierd.

 

De vier weken voor kerstmis zijn de Adventsweken. Dan is het donker in de gangen van de school als de leerlingen aankomen en wordt er bij kaarslicht geluisterd naar muziek die leerlingen ten gehore brengen en naar een verhaal.

Download:

Advent viering

Kerst wordt gezamenlijk gevierd waaraan alle klassen bijdragen in de vorm van zang, muziek en beweging.  De week na de kerstvakantie wordt de kersttijd afgesloten met het Driekoningenspel.

Download:

Achtergrondinformatie over de spelen