Onderwijsaanbod
De Vrije School Den Haag verzorgt onderwijs dat leidt tot examens mavo (vmbo-t), havo of vwo.
Alle examenvakken worden aangeboden in vaklessen van 50 minuten en doorgaans twee lesuren per week. Daarnaast worden er relatief veel andere lessen aangeboden. Deze vakken op kunstzinnig en praktisch gebied, vormen een belangrijke aanvulling op het lesprogramma. Door deze vakken wordt het mogelijk ook andere kwaliteiten en competenties te ontwikkelen die in het leven van belang zijn.
Naast de vaklessen en de bijzondere lessen wordt een belangrijk deel van het onderwijs op thematische wijze aangeboden. Dit periodeonderwijs, met zijn brede didactische mogelijkheden, vormt de kern van het vrijeschoolonderwijs.
Periodeonderwijs
Periodeonderwijs is thematisch onderwijs. Het wordt aangeboden in blokken van drie weken, elke dag de eerste twee lesuren. In totaal dus 30 contacturen per periode. De onderwerpen en de werkwijze in de periodetijd, sluiten aan bij de ontwikkelingsfase (de leeftijd) van de leerlingen. Zo gaat het – bij geschiedenis - over ontdekkingsreizen in klas 7 en over revoluties in klas 9.
Dit ‘periodeonderwijs’ is een pedagogisch-didactisch concept dat de leerling de mogelijkheid geeft zich met hoofd, hart en handen met de lesstof te verbinden. Doordat elke lesdag 100 minuten beschikbaar zijn, en in totaal drie weken achtereen gewerkt kan worden aan hetzelfde onderwerp, is verdieping en verbreding van het thema goed mogelijk. Er worden veel verschillende werkvormen worden ingezet.
De lessen van het periodeonderwijs worden in middenbouw grotendeels door de eigen klassenmentor gegeven om zo de klas goed te leren kennen en te kunnen sturen op sociale processen, in de bovenbouw door vakleerkrachten.
Leerlingen maken tijdens de periode een verslag in hun periodeschrift dat aan het eind wordt nagekeken en beoordeeld. Daarnaast wordt de leerstof getoetst met een proefwerk of werkstuk. Wanneer de periodestof later in het jaar wordt verdiept nadat de ogenschijnlijk “vergeten” kennis weer is opgefrist, blijkt wat eerst nog moeilijk leek, meestal veel gemakkelijker te zijn geworden. De leerlingen zijn opnieuw in staat hun grenzen te verleggen.
De leerlingen krijgen als ‘periodevakken’: aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde, scheikunde, kunstgeschiedenis, maatschappijleer, economie, wiskunde en Nederlands, maar ook astronomie, filosofie en toneel.
Vaklessen
Na de twee lesuren periodeonderwijs volgt een kleine pauze. Daarna krijgen de leerlingen volgens een vast weekrooster de andere vakken en activiteiten. In de lessentabel staan alle vakken die bij het gebruikelijke aanbod in het voortgezet onderwijs horen. Doorgaans betreft het twee lesuren van 50 minuten per vak per week. Zie de lessentabel op pagina 33.
Deze vakken worden gegeven door vakleerkrachten. Hieronder worden alleen de lessen beschreven waar op de vrijeschool een grotere of andere invulling aan wordt gegeven.
Andere lessen
Creativiteit speelt een grote rol in het vrijeschoolonderwijs. Daarom bieden we op onze school een ruime keuze aan kunstvakken aan en kunnen leerlingen zowel op vmbo-tl, havo als vwo eindexamen doen in een kunstvak.
Op onze Praktische-stroom (PT-stroom) worden daarnaast veel praktisch-ambachtelijke vakken gegeven. Zie hiervoor: 4.1 PAK-uren in de PT-stroom.
'De leraren proberen altijd levenslessen mee te geven' (leerling)
Beeldende vakken
In alle leerjaren bieden wij meerdere beeldende kunstvakken aan zoals audiovisuele vormgeving, textiele werkvormen, handvaardigheid, mixed-media, tekenen en schilderen. Deze lessen worden in halve klassen gegeven waardoor er meer ruimte ontstaat voor individuele begeleiding van het kunstzinnig proces.
In de eerste leerjaren worden alle basisvaardigheden aangelegd om in het vervolg daarover vrijelijk te kunnen beschikken. Zo ontdekken ze de wereld van kunst en ambacht.
Het zoeken naar vormgeving, het reflecteren op zowel het eigen werk als dat van klasgenoten en kunstenaars wordt daarbij ieder leerjaar beoefend. Ook het leren omgaan met feedback behoort tot de te ontwikkelen competenties.
In alle jaren wordt het werk van kunstenaars gebruikt bij de inleiding van opdrachten en als inspiratiebron. In de laatste twee leerjaren worden leerlingen gestimuleerd om zowel autonome als toegepaste kunst te maken, waarbij zij op alle drie niveaus eindexamen kunnen doen.
Muziek, euritmie en toneel
Muziek
In de 7e klas worden leerlingen bekend gemaakt met hun stem. Ze krijgen niet alleen stemvormingsoefeningen, maar zingen ook klassikaal meerstemmige pop-, jazz- en Nederlandstalige liedjes. Door dit brede repertoire vergroten ze hun muziekkennis. Daarbij ontwikkelen ze vanaf de 7de klas hun ritmische en melodische vaardigheden en leren ze zelf muziek te verzinnen. In de 8e klas komt ook de theorie van de muziek aan de orde. Uiteindelijk is het doel om samen muziek te maken.
Euritmie
Euritmie is een vak dat je alleen maar op vrijescholen krijgt aangeboden. Euritmie is een bewegingskunst die vanuit de antroposofie is ontwikkeld. In deze kunstvorm worden muziek (tooneuritmie) of gesproken woord (woordeuritmie) en al haar aspecten zichtbaar gemaakt door bewegingen. In de les doe je dit door te bewegen, te ervaren en te observeren. In verschillende oefeningen beweeg je op taal of muziek of in stilte. Door bepaalde oefeningen word je je bewust van jezelf, van je verhouding tot een ander en tot de ruimte om je heen. De leerlingen leren begrijpen, welke krachten achter een gesproken klank of klinkende toon werkzaam zijn. Tevens werkt de euritmie ondersteunend voor andere vakken. De lesuren worden begeleid door een pianist.
Toneel
Toneelspelen is een sociale activiteit van luisteren, meebewegen en reageren. Het maakt de leerling bewust van het eigene in zichzelf en van het gemeenschappelijke dat mensen met elkaar delen. De leerling kan zijn creatieve talent ontwikkelen en zijn eigen motieven ontdekken. Alleen in goed samenspel komen de verschillende rollen tot hun recht.
Het vak toneel heeft een vaste plek in het leerplan. Van klas 8 tot en met klas 11 (4e leerjaar) staat voor alle leerlingen toneel op het programma. Leerlingen bezoeken voorstellingen buiten school en maken daar verslagen van. In de 8e en 10e klas werken de leerlingen toe naar een uitvoering voor ouders en medeleerlingen.
Levensbeschouwing en burgerschap
In het vak levensbeschouwing proberen we met de leerlingen in gesprek te komen over actuele onderwerpen die in de media en wereld spelen. Daarnaast komen er verschillende thema’s en levensvragen aan bod al naar gelang de verschillende leeftijdsfases zoals lotsbestemming, biografieën, leven en dood, verschillende religies en levensbeschouwingen. We willen uitdragen dat er niet één waarheid bestaat en dat er in onze samenleving verschillende mensen en culturen aanwezig zijn. In deze lessen leggen we actief de link met ‘burgerschap’ dat voor alle scholen in Nederland als doelen stelt, dat het onderwijs aandacht besteedt aan het opgroeien in een pluriforme samenleving alsook de sociale integratie bevordert en tevens leerlingen kennis laat nemen en maken met verschillende achtergronden en culturen.
Wij geven voor dit vak geen cijfers of beoordelingen zodat de leerlingen op een vrije en veilige manier hun mening kunnen ontwikkelen en delen zonder dat ze daarbij het gevoel krijgen dat iets goed of fout is.
Sport
Naast de wekelijkse gymlessen organiseren we elk jaar per jaarlaag een toernooi.
- 7e klas: Strandlijnbaltoernooi
- 8e klas: Voetbaltoernooi
- 9e klas: Basketbaltoernooi
- 10e klas: Beachvolleybaltoernooi
Leerlingen van de 10e klas ondersteunen ook de sportdag van onze basisschool.
- 11.H4/11.V5: Softbaltoernooi